Kennisplatform voor Oost Nederland
Arnold Poelstra
Ernst & Young Belastingadviseur

Hoe een demissionair kabinet toch effectief kan zijn

In mijn vorige column schreef ik over het verschil tussen ‘tarief en grondslag’ in de vennootschapsbelasting. De aanleiding was de aankondiging voor een wereldwijd minimumtarief winstbelasting op initiatief van Joe Biden. Ik had toen nog niet bedacht dat dit hoofdstuk zo snel een vervolg zou krijgen, maar ik wilde u de informatie hierover niet onthouden.

Op 25 juni heeft Kaag, de demissionair Minister van Buitenlandse Zaken, een brief uitgedaan aan de Kamer waarin ze informeert over ‘belastingheffing van ondernemingen in de 21ste eeuw’. *

Dit document bevat drie onderwerpen die voor u van belang zouden kunnen zijn:

1.         Handvatten voor het MKB om de financiële gevolgen van Covid19 het hoofd te kunnen bieden;
2.         Het terugdringen van agressieve fiscale structuren bij multinationals;
3.         Een wereldwijd minimumtarief winstbelasting.

De gevolgen van Covid19 moeten fiscaal worden opgevangen door mogelijk verruiming van de verliescompensatiemogelijkheden, aldus de brief. Maar ja, wij hebben al een coronareserve en onze verliescompensatieregelingen kennen al een terugwentelingsfaciliteit. Kortom: de minister vindt onze maatregelen al voldoende.

Vernieuwing

Een nationaal instrument om agressieve fiscale structuren terug te dringen wordt, aldus de kamerbrief, de bevordering van eigen vermogen. Ook in de vennootschapsbelasting krijgen we wellicht – want de minister komt in 2022 met een richtvoorstel – een boxensysteem. Ook wordt gesuggereerd dat een vermogensaftrek wordt geïntroduceerd voor aandelenfinanciering. Dat zou echt een vernieuwing van onze Wet op de vennootschapsbelasting inhouden. Ik ben benieuwd hoe dit eruit gaat zien. Uitvoering aan het derde onderdeel wordt gegeven door één pakket voor winstbelasting voor de gehele EU. Ook nieuw. We zijn inmiddels gewend aan het feit dat de Wet op de Omzetbelasting een uitvloeisel is van Europese regelgeving, maar in de winstbelasting kenden we dat nauwelijks. Er komt een gemeenschappelijke heffingsgrondslag en, daar bovenop, wordt een verdeling van winsten voorgesteld op basis van een formule. Dus niet meer op basis van de ‘oude’ winstsplitsingsregels ten gevolge van de functie van de betreffende vestiging binnen het concern, maar dus – wellicht – enigszins forfaitair.


Visie

Eén en ander wordt vastgelegd in het BEFIT-document: Business in Europe ‘Framework for Income Taxation’. De timing van de brief en de daarin vervatte aankondigingen is opmerkelijk. We hebben (op het moment van schrijven) nog steeds geen nieuw kabinet, maar we zijn ineens wel in staat om een visie te geven op een modern stelsel van belastingheffing. Als dit het gevolg is van het demissionair zijn van de ministersploeg, stel ik voor dat we ze vaker naar huis sturen. Dan gebeurt er tenminste nog eens wat. Het belooft dus, misschien, toch nog een fiscaal spannend nieuwjaar te gaan worden.

Arnold Poelstra
Partner bij Ernst & Young Nederland

Delen via

Zoeken naar: