Kennisplatform voor Oost Nederland

Tafelgesprek: “Het begint bij vertrouwen en keuzes maken”

Geplaatst op 26 juli 2018

Circulair ondernemen is noodzakelijk én loont. Dat blijkt uit het succes van de deelnemende ondernemers en specialisten aan het tafelgesprek in het inspiratiecentrum van SKO in Oldenzaal. De overgang naar een circulaire economie is in volle gang, maar er zijn zeker nog stappen te maken. En dat begint bij bewustwording, vertrouwen en de wil om het te laten lukken.

De economische schaarste van grondstoffen neemt toe, het moet dus anders. Circulair is het antwoord. Geen systeem waarin we grondstoffen omzetten in producten, die we gebruiken en vervolgens weggooien, maar producten die we na gebruik terugbrengen in het systeem.Het gaat er volgens Maurice Beijk (Rentmeester 2050) om dat je bewust omgaat met de mensen en omgeving. “Circulair ondernemen betekent dat je waarde toevoegt in het hele proces en keuzes maakt.Daarbij vind ik de total cost of ownership en vooral de manier van omgang met en meerwaarde van mensen van belang. Theo Reitsema (Reitsema & Partners) vindt het vooral belangrijk om te onderzoeken wat de gebruiker, de omgeving en de maatschappij precies nodig hebben. “In het algemeen zijn de kwaliteit en de levensduur van een product sterk gericht op de economische afschrijftermijn. We kunnen nu wel met circulaire materialen gaan werken of producten hergebruiken, maar we slaan een nog grotere slag als we de noodzaak om producten te bewaren, vergroten. Ontwerpen die verfijnd, goed gebouwd en aanpasbaar zijn, worden ook over dertig jaar nog gewaardeerd. De kans dat het product hergebruikt wordt, is dan veel groter.” SKO kiest voor materialen die na hun levensloop weer opgenomen kunnen worden in de natuur.Ruud Schoolderman: “We streven naar design to last. Circulair ondernemen vraagt om anders denken. Je hebt te maken met andere verantwoordelijkheden. Het heeft betrekking op de gehele kringloop, van ontwerp, productie, gebruik en hergebruik van grondstoffen, materialen en producten.”

Urgentiebesef
Landelijk is steeds meer aandacht voor bewustwording van circulair ondernemen. Erick Wuestman (CIRCLES) ervaart dat bedrijven in beweging komen. “Leveranciers gaan zich realiseren hoe ze bepaalde ideeën in de markt kunnen zetten om er gezamenlijk de vruchten van te plukken. Ook zie je dat Facility Managers er intensief mee bezig zijn. Zij beheren vaak grote projecten, wat zijn weerslag heeft op de keten. En goed voorbeeld doet volgen. Dat zie je met de gemeenten in Twente die hebben gekozen voor echt circulaire koffie. Dat heeft een enorme spin-off gehad naar andere gemeenten.Ik heb er vertrouwen in en zie dat het urgentiebesef doordringt. De energietransitie gaat ineens hard, de overheid moet in 2023 circulair inkopen. Iedereen moet dus aan de bak, want als straks de vraag komt, moet er wel iemand kunnen opstaan!”
Toch hebben we nog veel te maken met belemmeringen in het oude systeem, vinden de heren. Maurice Beijk: “Er wordt veel ingezet op energie, maar circulaire economie is meer. We willen alles meten. De uitdaging is veel meer hoe we met materialen omgaan. Prijs is nog te vaak leidend bij aanbestedingen.” Bas van der Geest (Van der Geest Schilder- en Vastgoedonderhoud) vult aan: “De overheid mag wat meer een voortrekkersrol nemen en optreden als samenwerkingspartner. Dat zou goed zijn voor de ontwikkeling van innovatie.Er zijn voldoende mogelijkheden om een aanbestedinganders in te kleuren.”

Vertrouwen en samenwerking
“Bij een circulaire economie gaat het om de langetermijnwinst en waarde creëren”, zegt Kornelis Jorna (Oost NL). “Dat is niet altijd in geld te vangen. We komen uit een competitieve concurrentie. Als je iets wilt hebben gedaan en wilt innoveren, moet je samenwerken en kennis delen op de lange termijn. En dat begint bij vertrouwen.” Maurice Beijk noemt nog andere criteria: “Het gaat ook om Naoberschap en reciprociteit. Ik ben er voorstander van meer samen te werken met lokale en regionale partijen en met het onderwijs. Het is ontzettend moeilijk om goede vakmensen te vinden.”

Bedrijfs- en verdienmodellen
De manier van samenwerking en het verdienmodel zijn in een circulaire economie anders georganiseerd. Theo Reitsema: “Een duurzame economie vraagt om nieuwe verdienmodellen. Het moet financieel aantrekkelijk worden om producten duurzaam te ontwikkelen en er moet meer oog zijn voor de kwaliteit van het product. Ik geloof dan ook in een verdienmodel waarbij een dienst in plaats van een product wordt geleverd, met andere woorden; betalen naar gebruik. De leverancier heeft dan belang bij de kwaliteit, het onderhoud en de levensduur van een product.” Bas van der Geest benadrukt om stappen te zetten. “De contractvorm komt later, de basis is vertrouwen. Je trekt vanzelf de klanten aan die bij je passen.” Ruud Schoolderman deelt deze mening. “Als je gaat voor een betekenisvolle economie dan zijn klanten die op eenzelfde manier denken, bereid iets meer te betalen. Wel is het belangrijk met elkaar in gesprek te gaan en de toegevoegde waarde uit te leggen. Het vraagt een ander business- en verdienmodel, kennis delen en openheid. Daar zit soms angst.”
Erick Wuestman is van mening dat je het businessmodel niet meetbaar hoeft te maken. “Als je samenwerkt, kun je er allemaal de vruchten van plukken. Neem het Product as-as-servicemodel. Het richt zich op het gebruik en de prestaties van het product. Bedrijven blijven eigenaar van het product en klanten maken er gebruik van, maar zijn niet verantwoordelijk voor het onderhoud. Dit gaat verder dan kijken naar je keten. Je werkt dan samen met andere disciplines als een financierder, jurist of marketeer. In de bouw wordt bijvoorbeeld steeds meer samengewerkt in een CESCo (Circular Economy Service Company). Verschillende leveranciers bieden samen circulair verantwoorde producten aan als dienst. Na een contractperiode neemt de leverancier het product weer terug en geeft hij er een nieuwe bestemming aan. De invloed is aan de voorkant van het traject georganiseerd en de opdrachtgever is onderdeel van het proces.” Kornelis Jorna noemt hier de rol van de financierder. “Het gaat om maatwerk en een andere manier van financieren. Je vraagt om te investeren in iets waarvan je niet weet hoe het gaat. De financiële sector heeft nog steeds te maken met strenge regelgeving. We moeten nog heel wat experimenteren en leren in het ontwikkelen van circulaire bedrijfsmodellen.”

Stimulans
Bijeenkomsten, masterclasses, innovatiecentra, Stichting Pioneering voor de bouw,het zijn enkele voorbeelden waarmee bedrijven worden gestimuleerd een circulair businessmodel te omarmen. Arthur Borst (Regionaal Bedrijvenpark Laarberg): “Bedrijven die hun kansen voor circulair ondernemen willen aangrijpen, kunnen ook gebruikmaken van de duurzaamheidsscan, een initiatief vanuit het SIKA, de Samenwerkende Industriële Kringen Achterhoek. Je bedrijf wordt doorgelicht en je krijgt een rapport met verbeterpunten.” CIRCLES kan ook ondersteuning bieden. Erick Wuestman: ”We zetten aanjaagprojecten op, stimuleren overheid en ondernemers en bieden werkpakketten en casussen aan. Zo leren ondernemers van elkaar.” Bas van der Geest: “Ook wij hebben in de reis naar circulariteit gezocht naar mogelijkheden. Zo hebben we samen met woningcorporatie De Woonplaats zeven woningen herontwikkeld die gesloopt zouden worden. Zelfs op directieniveau zijn masterclasses gevolgd. We moeten laten zien dat het anders kan.” Kornelis Jorna gelooft sterk in impulsen. “Bedrijven moeten echt geprikkeld worden en daarbij is een stimulans van de overheid in de vorm van subsidie nodigom ontwikkeling op gang te krijgen. Dan kunnen er stappen gezet worden.”

Best Practices
Uiteindelijk begint circulair ondernemen dus bij ‘proberen’. Gebroeders Van der Geest is een bedrijf dat continu bezig is met innovatie en duurzaamheid. Bas van der Geest: “Wij zien circulariteit als levensduurverlenging. We kijken naar andere toepassingen van houten kozijnen en we produceren en verkopen eigengemaakte verf op basis van lijnolie, afkomstig van de natuurlijke vlasplant. Verder hebben we om het gebruik van verfkwasten terug te dringen en te verduurzamen een speciale bewaargel ontwikkeld. Nu zijn we begonnen met het geven van een tweede leven aan textiel. Er zijn spijkerbroeken vervezeld waarvan geluiddempend, remontabel en herbruikbaar wandtextiel is ontwikkeld. Het vraagt om creatief nadenken.” Arthur Borst noemt een voorbeeld van De Laarberg: “Het bedrijventerrein biedt ruimte voor de transitie naar duurzame energie. Vanuit die visie is de keuze gemaakt voor een duurzaam tankstation van Kuster Olie waarbij volop ingezet wordt op duurzame brandstoffen. Ook heeft het terrein in samenwerking met Provincie Gelderland een Praktijkcentrum Eiwitonderzoek opgezet.” Theo Reitsema benadrukt de noodzaak om als architect eerlijk (duurzaam) advies te geven. “Als architect ben je adviseur en moet je ook durven te adviseren om een gebouw niet te bouwen als dit niet nodig is. Dit hebben we al meerdere malen gedaan en dat levert ons betere en nieuwe opdrachtgevers op. Je zet mensen aan het denken en dat heeft een olievlekwerking.”

Imago bedrijven en regio
Gezien alle initiatieven is het niet voor niets dat de regio’s Achterhoek en Twente in de top drie van meest innovatieve regio’s van Nederland staan. Arthur Borst vindt dat de regio dat gezamenlijk meer mag uitdragen. “We zijn een regio van maakindustrie. Er gebeuren zulke mooie dingen! Zo is zeer recent het internationale bedrijf Mueller op de Laarberg gevestigd op een kavel van 5 hectare omdat in deze regio de vakmensen zitten. Er zijn daarnaast plannen om eenbioraffinage-installatie te bouwen om groen gas te winnen uit de verwerking van mest. Zo sluit je de kringloop.” Het is ontzettend belangrijk om ook individuele successen uit te dragen, vindt Ruud Schoolderman. “Het draait om storytelling. Dat is niet alleen goed voor het imago van je bedrijf, ook voor de regio. Bovendien willen jongeren graag werken bij bedrijven die iets goeds bijdragen aan de wereld. Zij hebben andere waarden, dus je moet op tijd inhaken anders mis je de boot.”

Duurzaamheid is van iedereen
Als het aan de specialisten ligt, moet de overheid het voortouw nemen en moet er geld beschikbaar zijn om te experimenteren en leren in de circulaire economie. Ook ondernemers moeten stappen durven zetten en samen gaan werken. Dan komen we een heel eind.Er ligt dus nog een schone taak voor de adviseurs en specialisten.Maurice sluit af: “Twintig jaar geleden was ik roepende in de woestijn, nu spreek ik voor volle zalen. Ik ben hoopvol en ambitieus. Duurzaamheid is van iedereen en moet je delen. Bedrijven die de circulaire economie omarmen, winnen de wedstrijd in de toekomst.”

Delen via

Heeft u interessant nieuws of een bijzonder verhaal?

Laat het ons weten via nieuws@kijkopoostnederland.nl. of via onze handige nieuwsmodule.

Nieuws aanleveren

Zoeken naar: