VMO 50 jaar: ‘We spreken allemaal dezelfde taal’
De Verenigde Maakindustrie Oost (VMO) bestaat een halve eeuw. Deze mijlpaal wordt op 1 februari 2024 gevierd met een jubileumfeest in Hengelo. De vereniging hanteert daarbij het motto ‘Toen, nu & straks: samen’. Met directeur Petra Deterink en voorzitter Rob van den Nieuwboer bespreken we wat dat inhoudt. Een voorzetje: “Een toekomstbestendige maakindustrie kan alleen bestaan door samenwerking en verbinding.”
VMO komt voort uit een fusie, in 2004, van de Verenigde Metaalindustrie Twente (VMT) en de OKK (Oostelijke Kunststof Keten). Rob van den Nieuwboer was vanaf 1994 tot begin dit jaar directeur-eigenaar van Holland Hydraulics, inmiddels heeft zoon Bram het stokje overgenomen. Toen Van den Nieuwboer begin jaren tachtig lid werd van VMT, werkte hij nog bij Hydrospex. “VMT was de thuisbasis van onze markt: de machinebouw. Er was veel kennis en kunde aanwezig en je kreeg snel en gemakkelijk antwoorden op vraagstukken.”
Antwoord op wegzakkende markt
VMT was een initiatief van acht directeuren van machinefabrieken. Van den Nieuwboer: “Het was een antwoord op het wegzakken van de markt in de jaren zeventig. In Twente was de metaalsector sterk aanwezig. Toen opdrachten uitbleven, werd besloten gezamenlijk nieuwe markten aan te boren. Dat bleek een goede zet. De meeste bedrijven die destijds lid werden, zijn nog altijd lid van VMO. Ons grootste doel is nog steeds samenwerking en kennis uitwisselen.” Deterink: “We zijn een belangenorganisatie en werken als VMO zelf ook veel samen: we zoeken graag de samenwerking op met andere partijen, ook bijvoorbeeld in Duitsland. Alleen door samenwerking kun je impact maken.”
Groei in ledenaantal
VMO is nu een vereniging voor de maakindustrie in de breedste zin van het woord. De meeste bedrijven die lid zijn, zijn machinefabrieken, toeleveranciers en kennisinstituten. Maar bijvoorbeeld ook software- en IT-bedrijven. “De maakindustrie kan daar niet meer zonder”, aldus Petra Deterink. Zij is vanaf 2007 betrokken bij de vereniging: de eerste tien jaar als projectmanager, vanaf 2018 als directeur. VMO heeft nu 160 leden, maar dat is niet altijd zo geweest: in 2017 was het ledenaantal teruggelopen naar 90. “Aan de hand van een aantal sessies hebben we onze strategie gewijzigd en sindsdien is het ledenaantal alleen maar gegroeid.”
Het peloton
Het belang van de maakindustrie en diens toeleveranciers wordt vaak onderschat, weten de voorzitter en directeur. Deterink: “Daarom was ik blij dat Erwin Hoogland, gedeputeerde bij de Provincie Overijssel, de maakindustrie onlangs het peloton noemde: de hardwerkende motor van onze economie. Iedereen die in de techniek werkt, elke productiemedewerker en operator, vertegenwoordigt nog eens 4 fte aan andere functies in het bedrijfsleven. Als het bij ons slecht gaat, heeft dat meteen effect op de totale economie.”
Veel belangstelling voor bijeenkomsten
VMO ziet dat in de regio steeds meer de samenwerking wordt opgezocht. “Sinds corona kijken ondernemers veel meer regionaal: wat is er mogelijk in mijn eigen omgeving?” Dit is wellicht ook een verklaring voor de belangstelling voor de bijeenkomsten en sessies die VMO organiseert. Van den Nieuwboer: “Niet alleen kan op die momenten informeel contact worden gemaakt, er worden ook daadwerkelijk opdrachten uitgewisseld. We spreken elkaars taal, dat maakt het gemakkelijker.”
Vinger aan de pols
De maakindustrie kent genoeg uitdagingen. Denk aan personeelstekort en onderwijs, wet- en regelgeving, digitalisering en cybersecurity, duurzaam en circulair werken, bedrijfsopvolging: de leden kunnen erop rekenen dat VMO de vinger aan de pols houdt en volgend jaar weer volop bijeenkomsten organiseert. Eerst in februari het jubileumfeest, waar het voortbestaan van het peloton glorieus kan worden gevierd.
